Series 7
Studie 1: Lot: een geredde ziel, een verloren leven
Studie 1
Lot: een geredde ziel, een verloren leven.
(schriftgedeelten: Gen. 12:1-5, 13:1-13, 14:1-16, en 19:1-38)
In deze serie studies richten we onze aandacht op tien personages uit het Oude Testament. Er is geen betere manier om onszelf en elkaar te bemoedigen dan door de levens te bestuderen van de mannen en vrouwen die God in het verleden gediend hebben – zie Rom. 15:4. Maar deze studies zullen ons ook serieus waarschuwen voor de gevaren en valkuilen die we tegen zullen komen – zie 1 Kor. 10:11-12. Deze serie zal ons daarom een balans bieden tussen bemoediging en waarschuwing. We beginnen met een waarschuwend woord, terwijl we de persoon van Lot bestuderen. De schriftgedeelten hierboven zijn een droevig stukje om te lezen. Ze vertellen ons over een man die gered was, wat duidelijk wordt als hij beschreven wordt als ‘deze rechtvaardige’ in 2 Petr. 2:6-9. In de taal van het Nieuwe Testament was Lot een geredde, maar hij was maar net gered; hij was een wereldse christen die een geredde ziel had maar een verloren leven, omdat hij leefde voor zichzelf en vastzat aan het materiële, en omdat hij werd opgeslokt door het kwaad van zijn tijd. Let op de volgende belangrijke lessen die we kunnen trekken uit het droevige verhaal van Lot.
1) Lot leefde door aanschouwing en niet in vertrouwen op God.
Het ware kenmerk van de gelovige is dat hij leeft in vertrouwen op God en niet door aanschouwing – lees 2 Kor. 5:7 HSV, maar de wereldse gelovige draait die volgorde om – lees Hab. 2:4, Rom. 1:17, Gal. 3:11 en Heb. 10:38. Lot leefde door aanschouwing, en dit is het best zichtbaar in de egoïstische, wellustige keuze die hij maakte – lees hierover in Gen. 13:1-11, en vergelijk dit met 2 Kor. 4:18. De wereldse christen verzamelt zich schatten op aarde en heeft weinig tot geen schatten in de Hemel – lees Matt. 6:19-20; en de wereldse christen, levend door aanschouwing, wordt geregeerd door de wijsheid en de normen van de wereld – lees 1 Kor. 2:2-7 en 1 Joh. 2:15-17.
2) Lot vestigde zich en voedde zijn kinderen op in het zondige Sodom.
En daar koos hij vrijwillig voor, zoals we lezen in Gen. 13:12-13. In het begin zette Lot alleen zijn tenten op in de richting van Sodom, maar later komen we erachter dat hij daar woont (Gen. 14:12), een welvarend burger van Sodom en met een hoge positie in het burgerlijke en sociale leven van de stad. Lot was een VIP in Sodom – maar dat is wel heel treurig voor een kind van God! Hij noemde de zondige mannen van Sodom ‘vrienden’ (Gen 19:7) – dus hij was een van hen. Waarschijnlijk was hij nooit van plan geweest om deel te gaan uitmaken van het wereldse, sensuele, God-onterende leven van Sodom, maar welke christen is ooit bewust van plan om van God weg te lopen en Hem te onteren? Al snel waren zijn vrouw en zijn kinderen geïndoctrineerd met de Sodomitische wereldsheid – dansziek, behaagziek, drankzuchtig, modegek, seksverslaafd. Dit beeld past absoluut in de huidige tijd, hoewel het 4000 jaar geleden is dat het Lot en zijn familie gebeurde! Maar God roept op om ons hier verre van te houden – lees 2 Kor. 6:14-18 en ook 2 Petr. 2:20.
3) Lot was het contact met God kwijt.
- Hij was zich niet meer bewust van Gods aanwezigheid. Lees Gen. 13:14 en let op het woordje ‘Nadat’. Wat jammer! Lees ook Job 23:3.
- Hij ervoer niet langer Gods vrede. In 2 Petr. 2:6-9 lezen we dat de zondigheid van de Sodomieten Lots ziel ‘kwelde’. Ja, zijn geweten was bezwaard en het ‘stak’ hem – lees ook Jes. 57:20-21. Hoe kon hij vrede in zijn hart kennen als hij vastzat aan de wereld en de wereldse mensen?
- Hij was Gods kracht kwijt – als hij die al ooit had! In plaats van een kracht van God te zijn was hij een zwakke, wereldse, falende, ongehoorzame man geworden. Zijn geval leek op dat van Simson – lees Richt. 16:4-20.
4) Lot had geen invloed voor God.
Hij zag er niet uit en gedroeg zich niet als een man van God en in niemand zou het ooit zijn opgekomen dat hij dat zou kunnen zijn. Als gelovige had hij een sterke invloed voor de Heer moeten hebben, maar omdat hij zo zwak was en zo werelds, stelde zijn invloed voor God niets voor.
- Hij had geen invloed op de mannen van Sodom. Dit leren we uit Gen. 19:1-11 en dan valt vooral op in de verzen 7-9 dat ze hem bespotten en minachten. De mannen van Sodom moeten een hartgrondige hekel aan Lot hebben gehad – en de wereld heeft net zo’n hartgrondige hekel aan wereldse ‘net-alsof’ christenen.
- Hij had geen invloed op zijn kinderen. We maken dit op uit Gen. 19:8; van dit vers krijgen we koude rillingen, maar is er een droeviger vers in de hele Bijbel dan Gen. 19:14?
- Hij had zelfs geen invloed op zijn eigen vrouw. Dit lezen we in Gen. 19:26, waar we het treurige verhaal vinden van haar ongehoorzaamheid en haar tragische einde.
5) Lot ging van kwaad tot erger en hij werd verhard door het bedrog van de zonde.
In Genesis 19:15-16 lezen we dat Lot aarzelde – wat betekent dat zijn geweten werd verscheurd (1 Tim. 4:2). Wat duurde het lang voor hij God gehoorzaamde, terwijl God hem gewaarschuwd had voor het dreigende oordeel! Lees 2 Thess. 1:7-9. Dit zijn enkele van de zwaarste woorden in de Bijbel.
6) Lot verloor zijn eerzaamheid en bedreef schande met zijn eigen dochters.
Het afschuwelijke verhaal van buitensporigheid, zwakte, bedrog, dronkenschap en incest wordt verteld in Gen. 19:30-38. De Schrift straalt hier niet bepaald van de zonde van de mens. Laat dit in- en indroevige verhaal voor ons een waarschuwing zijn! Het resultaat was dat twee onwettige kinderen werden geboren, Moan en Ammon, uit wie de bitterste vijanden van het volk Israel voortkwamen – de Moabieten en de Ammonieten. Zonde die voet aan de grond krijgt zal doorwerken in hart en leven, en uiteindelijk zal het leiden tot schade en tragedie – zelfs voor leden van de eigen familie.
7) Uiteindelijk werd Lot letterlijk ‘gered, maar door het vuur heen’.
Hij werd ‘uit het vuur weggerukt’ – lees Zach. 3:2, en vergelijk dit met 1 Kor. 3:15 en Judas 23. Iedere gelovige zal moeten verschijnen coor de Rechterstoel van Christus – lees Rom. 14:10. Daar zullen we of beloond worden voor onze trouw, of we zullen verlies lijden want, zoals Lot, hebben we een gemakkelijk, zorgeloos, werelds leven geleid. Alle gelovigen zullen gered worden, maar sommigen zullen gered worden ‘door het vuur heen’ – lees 1 Kor. 3:11-15 en overweeg dit serieus.