Series 2

Studie 10: Onophoudelijk bidden met alle soorten gebed

Efeziërs
door Francis Dixon
(Schriftgedeelte: Efeziers 6:18-24)

Paulus was een man van het gebed. Gebed was het geheim van zijn leven, van zijn verbazingwekkende invloed, van zijn lijden en volharding, van zijn vurige passie voor de zielen van de mensen, en daardoor is hij de enige man, afgezien van de Here Jezus zelf, die ervoor toegerust is om ons in te wijden in de heilige kunst van het gebed. In de verzen die voor ons liggen, lezen we zeven belangrijke waarheden over het gebed.

1) Gebed is het Grote Essentiële

Paulus spreekt over de wapenrusting die we moeten aantrekken en daarna gaat hij direct door, zonder adempauze, – ‘Bidt voortdurend…’ Het is verschrikkelijk belangrijk voor een soldaat om de juiste wapenrusting aan te hebben en uitgerust te zijn met een zwaard, maar het is net zo belangrijk dat die soldaat steeds in contact blijft met zijn Opperbevelhebber (Hebr. 2:10). De Christen, vechtend op het slagveld, staat direct in verbinding met Gods troon, en de gebedsverbinding met onze opgestane Heer mag nooit verbroken worden. Gebed is het Grote Essentiële; het is zeker niet optioneel, het is fundamenteel.

2) We moeten voortdurend bidden.

Paulus vuurt ons niet alleen aan om te bidden, maar om te bidden ‘onder alle omstandigheden’ – en dit herinnert ons aan 1 Thess. 5:17, wat betekent dat we ons best moeten doen om te leven in een continue sfeer en houding van gebed. Het is heel belangrijk dat we vaste tijden hebben om te bidden – zoals Daniël die drie keer per dag bad (Dan. 6:10), zoals David die drie keer per dag bad (Ps. 55:17), en die ons later vertelde dat hij zeven keer per dag bad (Ps. 119:164); en zoals de Here die zich constant terugtrok naar een plaats om te bidden (Luc. 6:12). Dan mogen we op speciale momenten bidden; bijvoorbeeld als we in de problemen zitten (Ps. 55:16), als we leiding nodig hebben (Jak. 1:5), als we verzocht worden (Ps. 69:1), als we vervolgd worden (Ps. 7:1), als we zorgwekkende berichten krijgen (Jes. 37:14), als ziekte ons bedreigt (Jak. 5:14) en wanneer er een andere nood is (Fil. 4:6).

3) We moeten alle manieren om te bidden gebruiken.

‘Met alle gebed en smeking’ (vers 18, HSV) impliceert dat het gebed kan bestaan uit Aanbidding, Lofprijzing, Dankgebed, Verzoek, Smeekbede en Voorbede. Maar denk even na over de volgende drie ‘soorten’ gebed; persoonlijk gebed (Matt. 6:6), eensgezind gebed (Matt. 18:19) en gezamenlijk gebed (Hand. 12:5).

4) We moeten blijven bidden.

We dienen altijd te blijven bidden en waakzaam te zijn (vers 18) – zoek ook Luc. 18:1 op en vergelijk dit met Luc. 11:5-8. We hebben volhardendheid nodig – lees 1 Kon. 18:43. De woorden ‘blijft waakzaam’ impliceren dat er gevaar schuilt in gebed, en die is er ook! Er is gevaar voor: (1) Afleiding.Hoe vaak komen er wel niet andere dingen tussen, die ons ervan weerhouden om te bidden! (2) Geen zin hebben. Dit kan veroorzaakt worden door vermoeidheid of doordat we in ons hoofd met dingen van de wereld bezig zijn. (3) Ontmoediging. Misschien hebben we al een of twee keer ergens voor gebeden, en dan worden we ongeduldig omdat we geen antwoord krijgen! (4) Wanhoop. De situatie lijkt soms zo uitzichtloos – zelfs voor God! – dus in plaats van te vertrouwen op Hem, worden we overweldigd door een gevoel van frustratie en zelfs van de zinloosheid van het gebed; (5) Nederlaag. Ja, een overweldigende nederlaag! Lees Richt. 16:20.

5) We moeten bidden voor alle heiligen.

Het is natuurlijk onmogelijk om voor iedere heilige apart te bidden, en toch, in algemene zin, en zeker in systematische zin, mogen we dat doen. We mogen bijvoorbeeld regelmatig en systematisch bidden voor: (1) Gods lijdende heiligen; (2) Gods zondigende heiligen. Bid je weleens voor hen? Voor christenen die verzocht en overweldigd worden door de wereld, het vlees en de duivel, mensen uit de achterhoede die gevangen worden door de trucjes van de Vijand? (3) Gods thuisgebonden heiligen. Zo velen die van de Here houden, worden neergedrukt door ziekte, en zulke ziekten worden toegestaan voor de verspreiding van het Evangelie (Fil. 1:12). Deze aangedanen hebben gebed nodig zodat ze de genade ontvangen die nodig is om te kunnen getuigen van de kracht en de toereikendheid van Christus. Bid voor de nieuwe bekeerden (Hand. 9:17), voor de arbeiders die gestuurd worden (Matt. 9:38), voor het drukken van christelijke literatuur (Ps. 43:3), voor open deuren voor het Evangelie (1 Kor. 16:9), voor het breken van de macht van de Satan(Luc. 13:12-16)….

6) We moeten bidden voor de arbeiders aan het strijdfront.

In de verzen 19 en 20 lezen we dat zij, die een prominente positie vervullen in christelijke dienst, ons gebed in het bijzonder nodig hebben – zoek Hand. 4:29 maar op. Hoe moeten we bidden voor predikers, evangelisten, leraren en leiders in Gods oogstveld? Dat ze de juiste woorden mogen vinden, moedig mogen zijn en de genade mogen ontvangen om het Evangelie te verspreiden.

7) Om effectief te kunnen zijn, moet ons gebed ‘in de Geest’ zijn.

Hier staat het grote geheim van dit alles – ‘in de Geest’ (vers 18) – Vergelijk dit met Rom. 8:26-27.

Het is een heerlijke waarheid dat, zoals William Cowper schreef, ‘de Satan beeft wanneer hij zelfs de zwakste heilige op zijn knieën ziet’; en Alfred Lord Tennyson had gelijk toen hij schreef:

‘Meer dingen worden beslecht door gebed
dan deze wereld denkt, en daarom, verheft
uw stem als een fontein voor mij, dag en nacht.
Want waarom zijn mensen beter dan schapen en geiten
die een blind leven voeden in het brein
als, God kennende, zij hun handen niet biddend opheffen
zowel voor zichzelf als voor hen die hen vriend noemen?’