Series 7
Studie 3: Rachab: de geweldige genade van God
Studie 3
Rachab: de geweldige genade van God
(schriftgedeelten: Hebr. 11:31, Jozua 2:1-24, 6:17, 20-25)
God vergoelijkt nooit de zonde, maar hij heeft wel een manier gevonden waarop zondige en falende mensen verlost kunnen worden van de straf en van de kracht van de zonde, en dat is de weg van het geloof – geloof (zoals we in deze studie zullen ontdekken) in Een die Zijn bloed vergoot voor ons en wiens kostbare bloed zo mooi werd voorgesteld in het ‘zekere teken’ van Rachab, ‘het scharlaken koord’ dat haar veiligheid en die van ‘haar familie en allen die bij haar hoorden’ zekerstelde en garandeerde – lees Jozua 2:12 en 18 en 6:25 – en vergelijk dit met Hebr. 11:31. Is het een verrassing voor ons als we lezen dat ‘door het geloof de hoer Rachab niet is omgekomen met de ongehoorzamen’ (Hebr. 11:31)? Kan een zondaar verplaatst worden van een huis van schande naar een huis van eer? Ja! Lees Kol. 1:13. Neemt de genade van God een prostituee uit het land Kanaän en plaatst haar in de afstammingslijn van Christus? Ja! Lees Spr. 28:13, en zie de prachtige illustratie van Gods manier van redden. Zie Rachabs geloof – hoe het begon, hoe het werkte, hoe het zich manifesteerde en wat erdoor bereikt werd.
1) Rachab was een gewone zondaar, maar toch werd ze gered door genade, door haar geloof.
Dat is natuurlijk de enige manier waarop een zondaar gered kan worden – lees Ef. 2:8-10, en vergelijk dit met Titus 3:5. Rachab was een heiden en ze leefde in geestelijke duisternis, tussen mensen die niets anders konden dan zich bezighouden met afgodendienst – lees Joh. 3:19-21. Ze was een prostituee (of mogelijk een herbergierster, wat het woord ook kan betekenen), maar God hield van haar – lees Joh. 3:16, en vergelijk dit met Luc. 7:36-50 en Joh. 8:3-11, en ook Rom. 3:22-23 en Jac. 2:10. Onze nood nu is net zo hoog als die van haar toen! Ze vermaakte bewoner en bezoeker in haar huis op de muur – lees Jozua 2:15.
2) Rachabs geloof begon waar al het echte geloof begint – bij het horen van Gods Woord
Twee keer lezen we dat ze zei ‘We hebben gehoord’ – vergelijk Jozua 2: 10 en 11, en omdat ze gehoord had, en omdat ze geloofde wat ze had gehoord, kon ze zeggen ‘Ik weet…’ – lees Jozua 2:9. Geloof neemt het woord van God aan en rekent erop – vergelijk ook Rom. 4:20-21. We worden gered op dezelfde manier als Rachab werd gered. We horen het Evangelie – lees Joh. 5:24; we horen dat we onder het oordeel zijn, en de angst slaat ons om het hart – lees Jozua 2:11, Joh. 3:18 en 3:36, en door geloof, doordat we God op Zijn Woord geloven, doordat we op Hem vertrouwen, worden we gered – lees Hand. 16:30-31!
3) Rachab getuigde van haar geloof tegenover de verspieders
Ze was geen geheime gelovige. Let op het verschil tussen een verstandelijk geloof en een echt geloof on het hart. In Jozua 2:10 zegt ze ‘We hebben gehoord…’ (wat vermoedelijk ook de inwoners van Jericho behelst), maar in vers 9 zegt ze ‘Ik weet dat de Heer…’ Velen in Jericho hoorden van de Heer en Zijn kracht en geloofden wel dat Hij er was, maar Rachab geloofde echt in Hem en vertrouwde op Hem. Pak er nu Rom. 10:9-10 even bij, en let vooral op het woordje ‘hart’. Het is niet genoeg als we met ons hoofd geloven; we moeten vertrouwen, en dat heeft te maken met ons hart. Dan, na het geloven in, of met, ons hart, moeten we Hem belijden met onze mond en in onze levens – lees Matt. 10:32-33.
4) Rachabs geloof bleek uit haar werken
Werken zijn het bewijs van het geloof – lees Jac. 2:25, en vergelijk met Ef. 2:10 Fil. 2:12-13. Waar geloof echt is, zal het gezien worden. Het bewijs van Rachabs geloof was dat zij de verspieders verborg (Jozua 2:1, 4 en 6); dat ze getuigde tegenover de verspieders (vers 9-12), en dat ze de verspieders wegstuurde (vers 16). Maar het grootste en meest opvallende bewijs van Rachabs geloof was het scharlaken koord, genoemd in Jozua 2:18, want dit koord was het ‘teken van trouw’ dat ze het woord van de verspieders geloofde. Als het koord uit het raam hing, wist Rachab dat ze veilig was – vergelijk Jozua 2:21 met Ex. 12:12-13. Het enige veilige heenkomen voor een schuldige zondaar is het bloed van Jezus – lees 1 Joh. 1:7.
5) Rachabs geloof hield een radicale ommekeer in
Omdat ze in de Heer geloofde, werd haar leven veranderd. Voor haar als gelovige betekende dat het vertrek uit de vervloekte stad, gescheiden worden van haar volk (de Kanaänieten) en haar geluk beproeven met het volk van God. Ze keerde zich zeker van de afgoden naar God, en alles werd nieuw – lees en vergelijk 2 Kor. 5:17 en 1 Thess. 1:9. Een echt werk van genade in het hart zal altijd leiden tot een echte verandering in het leven.
6) Rachabs geloof strekte zich uit naar haar vrienden en geliefden
Dit wordt duidelijk gemaakt in Jozua 2:12-13. Is het niet geweldig om te zien hoe bezorgd deze vrouw is over de redding van haar familie en vrienden! Ze was als Esther – lees Esther 8:6, ze was als Andreas – lees Joh. 1:40-42, ze was als Filippus – lees Joh. 1:43-49, en ze was als de Samaritaanse vrouw – lees Joh. 4:28-30. Maken we ons oprecht zorgen om de leden van onze familie en om onze vrienden die de Heer niet kennen, en willen we echt dat ze gered worden
7) Rachabs geloof maakte van haar een hooggeeerde vrouw en een weg tot heil en zegen
Gods genade is zo wondergroot! Deze vrouw, Rachab, die nu in een levende relatie met God gebracht was, ontving een godvruchtige man, en hun gemeenschap had tot resultaat dat ze de moeder van Boaz werd, de overgrootvader van Koning David – lees Ruth 4:21-22, en vergelijk dit met Matt. 1:5-6 en als je deze studie afsluit, zorg dan dat je Jozua 6, de verzen 21, 22, 23, en 25 en Jesaja 1:18 leest:
De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat.
Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw,
al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.