Series 2

Studie 8: De relaties van een christen

Efeziërs
door Francis Dixon
(Schriftgedeelte: Efeziërs 5:22-33 en 6:1-19)

Hoe belangrijk dit onderwerp is, kunnen we zien aan het feit dat de Heilige Geest zo’n groot stuk van deze brief heeft gewijd aan de relaties die zouden moeten bestaan tussen christelijke echtgenoten, ouders en kinderen, en heren en slaven.

  1. Niets op aarde is mooier dan een christelijk huisgezin. In dit schriftgedeelte zien we een geinspireerd beeld van hoe God een christelijk huisgezin bedoeld heeft, en hoe het kan zijn als Hij het mogelijk maakt.
  2. Effectief moet het christelijke leven zich eerst en vooral in het huisgezin afspelen. Wij moeten onze christelijke ervaring in iedere relatie in ons leven door laten dringen – persoonlijk, sociaal, zakelijk, professioneel, recreatief etc, maar eerst moet het werken in ons huisgezin – lees en vergelijk Marc. 5:19 en Luc. 8:39. Onze levens en onze monden moeten eerst en vooral in ons huisgezin vertellen – zoek ook 1 Tim. 5:4 en Titus 2:5 op.
  3. De moeilijkste plek om een echt eenduidig leven te leiden is in het huisgezin. Dit is omdat we hier het gemakkelijkst onze zelfbeheersing verliezen, en tenzij we Gods weg van overwinning en Gods plan voor een harmonieus leven kennen, zal er zeker onenigheid en wrijving zijn.
  4. Het beste getuigenis dat we de wereld kunnen bieden, is een gelukkig, harmonieus en vredig christelijk huisgezin. In het huisgezin kan men het christendom in actie zien – lees 2 Kon. 4:8-10.
  5. God heeft voorzien in de middelen die al zijn kinderen nodig hebben om een zo eenduidig mogelijk christelijk leven te leiden in het huisgezin. Die middelen bestaan uit de vervulling van de Heilige Geest – Ef. 5:18. Gods ideale huisgezin kan alleen bereikt worden door de vervulling van de Heilige Geest.

Hoe moeten gelovigen zich dan gedragen in de veeleisende relaties van een huiselijk leven? Het antwoord vinden we in vers 21. Met andere woorden, het geheim van een gelukkig en harmonieus huisgezin is wederzijdse onderwerping; niet trotse tegenstand, niet het streven om op te komen voor je rechten, maar een liefdevolle en liefhebbende toeschietelijkheid naar de ander, een wederzijds respect en loyaliteit, een geest gelijkend op Christus. Denk in detail na over de genoemde relaties.

1) VROUWEN, erken het gezag van uw man (5:22-24 en 33)

Dit is niet bedacht door een man, dit zijn de instructies van God. Vrouwen moeten het gezag van hun man erkennen ‘als dat van de Heer… in alles’. De Here is het Hoofd van het Lichaam, de Kerk, en zo zorgt Hij ook voor de Kerk, voorziet en beschermt haar. Zo moet ook de man dat doen voor zijn vrouw, en dus moet de vrouw zijn gezag als haar hoofd erkennen. Het is geen kwestie van meerderwaardigheid van de man en minderwaardigheid van de vrouw, maar van de respectievelijke plaatsen die God in Zijn almachtige wijsheid aan een ieder heeft toegewezen. Vanaf de Schepping is dit al Gods volgorde geweest – en als er aan die volgorde wordt gemorreld, onstaan er altijd problemen.

2) MANNEN, hebt uw vrouwen lief (5:25-33)

De man dient zijn vrouw lief te hebben ‘zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven’ – dat wil zeggen, met een liefde die onzelfzuchtig en opofferend is. Hoe vaak geeft een man wel niet blijk van een gebrek aan attente hulpvaardigheid en van begrip, en hoe vaak zorgt dit wel niet voor treurigheid in het huisgezin! De liefde van een man voor zijn vrouw moet doorwerken in ieder deel van het huwelijks-, gezins- en sociale leven, dus ook in de intiemere relaties als in degene die door anderen kunnen worden gezien.

3) KINDEREN, gehoorzaamt uw ouders (6:1-3)

In deze verzen lezen we Gods opdracht voor een christelijk huisgezin – en dat is het enige soort huisgezin dat Hij erkent! Het is vandaag de dag zo noodzakelijk dat kinderen gehoor geven aan vers 2! – lees ook 2 Tim. 3:1-3, en merk op dat ongehoorzaamheid aan je ouders een van de tekenen is van de vertrouwensbreuk van ‘de laatste dagen’. In onze Here Jezus zien we het perfecte voorbeeld van gehoorzaamheid – lees Luc. 2:51.

4) OUDERS, voedt uw kinderen op zoals de Heer dat wil (6:4)

Let op: dit vers begint met een waarschuwing: ‘Maakt uw kinderen niet verbitterd’ – lees ook Deut. 6:6-9. Wat een heilige missie wordt er toevertrouwd aan hen die kinderen hebben; ‘vorm en vermaan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil’. – vergelijk dit met Spreuken 22:6.

5) SLAVEN, gehoorzaamt uw meesters (6:5-6)

In Efeze waren er in de meeste huishoudens wel slaven aanwezig, en daarom heeft de Heilige Geest ook de slaaf-meesterrelatie in deze brief opgenomen. Er wordt nogal wat verwacht van een slaaf! We moeten voor onze aardse meester werken alsof hij onze Hemelse Meester zou zijn (vers 5 en 7). Dit betekent dus dat we geen 9 tot 5 mentaliteit moeten hebben, we mogen niet te laat komen, lui of arglistig zijn – en God zal ons zeker belonen voor onze inspanningen (vers 8).

6) MEESTERS, houdt oog voor het welzijn van uw slaven (6:9)

Dit houdt in dat werkgevers evenveel bereidvaardigheid moeten tonen als zij verwachten – en mogen verwachten – van hun werknemers. Dat is iets om over na te denken voor iedere werkgever!

Dit zijn Gods regels voor gelukkige, harmonieuze en heilige menselijke relaties, en ze zijn alleen te verwerkelijken als we gehoorzaam aan Ef. 5:18 leven; dat wil zeggen als echtgenoten, kinderen en ouders, slaven en meesters hun leven leiden onder leiding van en in gehoorzaamheid aan de Heilige Geest.