Series 7
Studie 9: Jesaja: stappen naar zegening
Studie 9
Jesaja: stappen naar zegening
(schriftgedeelte: Jesaja 6:1-9)
Het is het plan en het doel van God dat al zijn dienaren een vervullende ervaring van volledige geestelijke zegening mogen meemaken in Jezus Christus. Velen zullen moeten toegeven dat hun ervaring er vaak een is van falen en nederlaag. Wat zijn de stappen die leiden tot volheid van zegening – tot een leven van triomferend leven en dienen? Let op de hierondergenoemde stappen.
1) Stap 1: BEZINNING.
Alle belangrijke christelijke ervaringen beginnen met een beeld van de Heer Jezus Christus. Jesaja was in de tempel aan het aanbidden, toen hij ineens overrompeld werd door een geweldig gevoel van de nabijheid van God – zie de verzen 1-5.
a) Hij zag Jezus Christus in zijn voor-wereldse heerlijkheid. ‘Ik zag de Heer..’ (vers 1) – dat is, de glorie was al van Hem voordat Hij naar de aarde kwam om onze Redder te zijn – vergelijk met Joh. 12:41 en 17:5. Hij zag de eeuwige Zoon van God, die een met de Vader en met de Heilige Geest was (en is) in de Schepping (Kol. 1:16) en in heerlijkheid.
b) Hij zag Hem regeren. ‘…gezeten op de troon’ (vers 1). De aardse troon was leeg. In zulke onzekere dagen is het heerlijk om te weten dat er een eeuwige troon in de Hemel is (Ps. 45:6).
c) Hij zag dat de Heer aanbeden werd. ‘…hoogverheven…’ (vers 1). De engelachtige wezens gaven eer aan de Ene die als enige hun eerbied waardig is, en die van ons.
d) Hij zag zijn zuiverheid en heiligheid (vers 3). Zelfs de hemelse wezens moesten hun gezichten bedekken, zo verblindend was de ontzagwekkende zuiverheid van de Heer.
e) Hij zag Zijn macht. Er wordt over hem gesproken als ‘de Heer van de hemelse machten’ (vers 3 en 5)
f) Hij zag Zijn majesteit. ‘…ik heb met eigen ogen de Koning gezien.’ (vers 5)
g) Hij zag een glimp van Zijn toekomstige heerlijkheid. ‘Heel de aarde is vervuld van Zijn majesteit’ (vers 3). Dat zal op een dag gebeuren – lees ook Jes. 35.
2) Stap 2: OVERTUIGING
Dit zevenvoudige visioen van de Heer gaf Jesaja een diepe nederigheid en de overtuiging van zonde – ‘Wee mij, want ik verga!’ (vers 5 HSV); en het enige dat zo’n overtuiging van zonde kan opwekken is een beeld van de Heer – lees en vergelijk Job (42:5-6), Petrus (Luc. 5:8), en Johannes (Openb. 1:17). Als het licht van zijn ontzagwekkende zuiverheid op ons schijnt, zien we ineens hoe zondig we zijn! We ontdekken, net als Jesaja, dat zonde ons van God scheidt, want het woord ‘verga’ is in de grondtekst letterlijk ‘afgesneden zijn’ – vergelijk met Jes. 59:1-2. Zonde brengt scheiding tussen ons en God, en in Matt. 27:46 zien we een afschuwelijke illustratie van de scheidende kracht van de zonde, toen Hij ‘die zonder zonde was’, voor ons die scheiding droeg (2 Kor. 5:21). Wat moeten we dan met onze zonde doen?
3) Stap 3: BEKENTENIS
In vers 5 lezen we dat Jesaja zegt: ‘Ik ben een man met onreine lippen…’ Dit is de enige manier om van de zonde af te komen – beken het. Het is niet goed om het te proberen te bedekken; het moet achtergelaten worden – lees Spr. 28:13. Let er hier op dat Jesaja’s ‘vaste’ zonde iets met zijn lippen te maken had, en toen hij deze bekentenis deed aan de Heer, was het niet in algemene zin, maar een specifieke bekentenis. Hij zei niet: ‘Wee mij! Ik ben een zondaar…’ Hij zei: ‘Wee mij! Ik ben een man met onreine lippen…’ Hij biechtte aan de Heer die ene zonde op waar hij van overtuigd was. Wat gebeurt er als we dit doen?
4) Stap 4: ZUIVERING
Kijk naar de verzen 6 en 7. Mogen wij suggereren dat: –
- de serafs staan voor de Heilige Geest;
- de gloeiende kool staat voor het waardevolle bloed van Christus;
- het altaar staat voor het kruis op Golgotha.
Als wij onze zonden bekennen, gebruikt de Heilige Geest het bloed dat op Golgotha vergoten werd, en we worden gezuiverd – 1 Joh. 1:7-9. God eist zuivere dienaars. Hij kan niets met onzuivere instrumenten – lees Jes. 52:11 en vergelijk met 2 Kor. 7:1. Als we onze zonden belijden aan de Heer, zullen we die intieme eenheid met Hem kunnen ervaren die ons in de mogelijkheid stelt om Zijn stem te horen.
5) Stap 5: UITDAGING
Kijk naar vers 8. ‘Ik hoorde de stem van de Heer…’ maar valt het u ook op dat Jesaja de Heer pas hoorde nadat hij gezuiverd was? God wil mannen en vrouwen die hij kan uitrusten om er in Zijn naam opuit te gaan om Zijn Woord bekend te maken bij de natiën. Waarom horen niet meer mensen Hem zeggen: ‘Wie zal ik sturen, en wie zal namens Ons gaan?’ Komt dat door de zonde in de levens van het volk van God? Er is vandaag de dag juist zo’n enorme behoefte aan mannen en vrouwen, en vooral jonge mannen, die bereid zijn om hun levens volledig beschikbaar te stellen voor de Heer voor gespecialiseerd zendingswerk in het buitenland en voor de bediening van het Evangelie en en onderwijs in eigen land. Wat is het volgende?
6) Stap 6: HEILIGING
Kijk naar vers 8. Toen Jesaja zich ervan bewust werd dat de Heer een man nodig had, deed hij twee dingen:
1) Hij wijdde zichzelf aan de Heer. Hij zei: ‘Hier ben ik…’
2) Hij wijdde zichzelf aan de dienst van de Heer. Hij zei niet alleen ‘Hier ben ik…’, maar ook ‘Stuur mij’ – daarmee aangevend dat hij bereid was om daarheen te gaan waar de Heer hem hebben wilde.
Het is van levensbelang om op te merken dat als het om toewijding gaat, de Heer eerst ons wil en daarna pas onze diensten. Hij wil allebei, maar eerst moet het zijn ‘Hier ben ik…’ en daarna pas ‘Stuur mij!’ En dan?
7) Stap 7: OPDRACHT.
‘…Toen zei hij: ‘Ga en profeteer het volgende tegen dit volk” (vers 9). Nu zien we waarom God Jesaja’s lippen wilde zuiveren; het was omdat Hij wilde dat hij zou gaan spreken. Hoe geweldig dat het zondige ‘lid’, eenmaal gezuiverd door de Heer, het ‘lid’ is dat Hij wil gebruiken tot Zijn eer en heerlijkheid! – lees Rom. 6:13. Zie hier naar wie Jesaja moest gaan – de mensen bij wie hij hoorde. Dat is altijd zo. Waar u of ik ook mogen zijn, het is daar dat de Heer wil dat we getuigen van Hem. Volheid van zegening is dus Gods wil doen op de plek waar Hij dat verkiest.